Dorshout Driehoek

Schets

Y-splitsingen

De locatie, aan het Dorshout, maakt deel uit van het oude buurtschap Dors(t)hout. Oude kaarten tonen een lintstructuur met vertakkingen in de vorm van een boom in noordwestelijke richting. Deze kenmerkende Y-splitsingen komen veel voor in het Brabantse landschap, waar een herdgang ontstond. Dit soort plekken ontstond vaak vanuit een gemeenschappelijke weide voor vee, een ‘dries’ of ‘meent’. Tilburg is een bekend voorbeeld waar zulke herdgangen nog goed afleesbaar zijn. Veghel heeft een vergelijkbare geschiedenis, en ook hier is het landschap met zijn Y-splitsingen en driehoekige structuren goed zichtbaar. De locatie ligt op de grens van drie verschillende werelden: industrie, stad en landschap. Dit roept vragen op die leiden tot ontwerp uitgangspunten:

Hoe duidelijk is de grens tussen industrie en het romantische buitengebied?
Waar behoort dit perceel precies bij?
Doet de eenzijdige benadering van het landschap recht aan de complexe stedenbouwkundige situatie?
Moeten de schaalverschillen door de industriële ontwikkelingen verzacht worden?
Hoe kunnen deze werelden beter in harmonie naast elkaar bestaan?
Kan de nieuwe bebouwing bijdragen aan een subtiele overgang tussen deze verschillende werelden?

Driehoekige Vorm

De straatpatronen in het beekdal van de rivier de Aa zijn de oudste lijnen in het landschap, ouder dan de huidige verkavelingen en bebouwing. Zelfs de hoofdontsluitingswegen in het industrieterrein volgen oude lijnen. De locatie aan het Dorshout maakt deel uit van het oude buurtschap Dors(t)hout, met zijn kenmerkende Y-splitsingen en driehoeken in de structuur van het landschap, die nog steeds goed zichtbaar zijn op kaarten.

De driehoekige vorm is historisch essentieel voor deze plek en vormt daarom het belangrijkste ruimtelijke uitgangspunt voor het ontwerp. Het gebouw is door zijn driehoek vorm ruimte definiërend in zijn context. Er ontstaat als onderdeel van de driehoek een gekaderde groene ruimte aan het Dorshout. Tevens neemt het volume een duidelijk positie in op het industrie terrein en geeft het richting aan de schaalspong tussen industrie en de boerderij bebouwing. Een duidelijk identiteit die schijnbare tegenstrijdigheden belichaamd in zijn alzijdigheid.

De driehoekige vorm transformeert in een massa met twee geschakelde daken. De “boerderij” (de bedrijfswoning) en de “schuur” (de bedrijfshal) zijn samengesmolten tot een sculpturale, alzijdige vorm. Deze massa presenteert zich vanuit verschillende benaderingen telkens anders. Dit maakt het gebouw dynamisch en zorgt ervoor dat het goed reageert op de verschillende gezichtspunten en de afwisseling tussen landschap en industrie.